NIEUWS 12 augustus 2020
CO2-Prestatieladder gaat de grens over: ook België aan de slag
Belgische overheden experimenteren de komende jaren in hun aanbestedingen met de CO2-Prestatieladder. Zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel doet mee. Zijn de resultaten van de pilotfase positief? Dan wordt de Ladder ook bij onze zuiderburen de norm.
Het Belgische CO2Logic, adviesbureau op het gebied van duurzaamheid, deed de afgelopen jaren intensief onderzoek naar de implementatie van de CO2-Prestatieladder in België. Dit gebeurde in opdracht van ADEB-VBA, vertegenwoordiger van de 65 grootste bouwbedrijven in België. Didier Cartage, general manager van deze brancheorganisatie: “We zijn ervan overtuigd dat de bouwsector zijn verantwoordelijkheid moet nemen op het gebied van duurzaamheid en CO2-reductie. De CO2-Prestatieladder is een prachtig systeem om daarmee aan de slag te gaan, zowel in de bouwsector als in andere sectoren. In Nederland is daarnaast aangetoond dat het werkt en tot resultaten leidt. Waarom zouden we in België dan het wiel opnieuw uitvinden?”
ADEB-VBA schakelde in 2016 dan ook CO2Logic in voor een rondgang bij belanghebbende partijen, zoals bouwbedrijven en overheden, om te peilen of er in België behoefte was aan de CO2-Prestatieladder.
Ruimte voor creativiteit
De resultaten van het initiële onderzoek waren positief. Niet verwonderlijk, stelt Jan Janssen, projectleider bij CO2Logic. “De tool biedt ondernemers ruimte voor creativiteit; ze kunnen zelf bepalen hoe ze hun CO2-footprint willen verkleinen. Dat slaat aan. Bedrijven zijn daardoor veel welwillender om met CO2-reductie aan de slag te gaan”, zegt hij. “In Nederland laat de CO2-Prestatieladder daarnaast zeer positieve resultaten zien; bedrijven die zich certificeren behalen gemiddeld twee keer zoveel CO2-reductie.”
“Uiteindelijk gaan we naar een situatie waar CO2-reductie verplicht is, maar daar zijn we nog lang niet”, vervolgt hij. “Daarom is de CO2-Prestatieladder in de tussentijd een uitstekende tool om toch stappen te maken.”
Alle overheden doen mee
Voordat er daadwerkelijk met een Belgische variant van de CO2-Prestatieladder geëxperimenteerd kon worden, moest er een plan op tafel komen. Verschillende werkgroepen onderzochten daarom verschillende aandachtsvelden. Kan de Nederlandse variant van de CO2-Prestatieladder bijvoorbeeld één-op-één overgenomen worden in België of moeten er aanpassingen gedaan worden? En sluit de tool wel aan bij Belgische wet- en regelgeving? “Dit hebben we grondig onderzocht”, vertelt Janssen. “In de herfst van vorig jaar sloten we deze onderzoeken succesvol af. Vervolgens hebben we ons plan voorgelegd aan de verschillende ministers, wiens goedkeuring we nodig hadden om aan de slag te gaan.”
Vele handtekeningen later was er groen licht voor de pilotfase, met Vlaanderen, Wallonië én Brussel aan boord. Een bijzondere en belangrijke prestatie, stelt Janssen: “Je wilt natuurlijk niet dat elke Belgische overheid zijn eigen tool voor CO2-reductie ontwikkelt of hanteert; dat is een onmogelijke situatie voor bedrijven. Met alle Belgische overheden aan boord, is de sector verzekerd van één uniforme tool voor CO2-reductie. En we hopen natuurlijk dat de federale regering ook aansluit, als die eenmaal gevormd is.”
Van start met de pilotfase
Tot het zo ver is, wordt er druk geëxperimenteerd tijdens de pilotfase. Vlaanderen, Wallonië en Brussel zetten in de aankomende jaren gezamenlijk 24 aanbestedingen uit waarbij bedrijven met een certificaat op de CO2-Prestatieladder gunningvoordeel genieten. Precies zoals het in Nederland in zijn werk gaat. Om ervoor te zorgen dat Nederlandse bedrijven geen voorsprong op Belgische bedrijven hebben in deze aanbestedingen, wordt in eerste instantie alleen om niveau 3 op de Ladder gevraagd. “Dat certificaat kan je in principe binnen het jaar halen”, licht Janssen toe. “Maar voor niveau 4 of 5 hebben bedrijven vaak wat meer tijd nodig. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat Nederlandse bedrijven competitief voordeel hebben bij Belgische aanbestedingen omdat ze al langer met de Ladder bezig zijn.”
Ook met kleine ondernemers wordt rekening gehouden, vervolgt Janssen: “Het is voor grote bedrijven gemakkelijker om zich (snel) te laten certificeren op de CO2-Prestatieladder. Kleine ondernemers hebben minder middelen en daarom meer tijd nodig voor het certificeringsproces. Daarom hebben de pilotprojecten een minimale waarde van 5,5 miljoen euro, zodat ze enkel voor grote bedrijven relevant zijn. Voor kleine ondernemers zijn aanbestedingen van deze omvang te groot.” Als de CO2-Prestatieladder de pilotfase eenmaal voorbij is, hebben kleine ondernemers inmiddels genoeg tijd gehad om zich ook te laten certificeren.
CO2-reductie in België
Momenteel heeft slechts een handjevol Belgische bedrijven een certificaat op de CO2-Prestatieladder behaald, om mee te kunnen dingen met Nederlandse aanbestedingen. Janssen is er echter van overtuigd dat het de norm wordt. “De pilotfase gaat meer over de puntjes op de i zetten. Ik zie geen reden waarom het in België niet net zo goed zou werken als in Nederland.” Cartage sluit zich daarbij aan: “Het feit dat alle drie de gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel, red.) de CO2-Prestatieladder ondersteunen, is een zeer hoopgevend teken.”
Volgens Janssen sluit de CO2-Prestatieladder daarnaast perfect aan bij een bredere trend die momenteel in België aan de gang is. Duurzaamheid staat steeds prominenter op de agenda, zowel bij overheden als het bedrijfsleven. “Tien jaar geleden liep België misschien een beetje achter, maar we zijn inmiddels op cruisesnelheid”, besluit hij. “We merken het binnen onze eigen organisatie; CO2Logic heeft in het afgelopen jaar drie extra werknemers moeten aannemen om aan alle vraag naar advies en hulp op het gebied van duurzaamheid en CO2-reductie te voldoen. Het onderwerp wordt steeds belangrijker en dat neemt in de aankomende jaren alleen maar toe.”